2019
POËZIE

LETTERGREEP


ver(z)achting


ik heb mijn handen naar je uitgestrekt

uitgerekt

om de jouwe vast te houden



ik streel je ruwe palm

houd ze stevig vast

ben de kussens op de vloer

speel verzacht



echter echt

een ego veracht

geen geven zonder aan-

nemen



dat je, heel soms

als ik wankel

een arm

een hand

een vinger



uitstrekt

uitrekt

om mijn landing te verzachten



maar hoe kan ik verwachten?

als al jouw kracht-

en alle moed en durf

opgaan aan je eigen voeten

eigen gedachten



en is de grond telkens dichterbij.



...




spiegel


ik zie je staan recht tegenover

koppig met gebalde vuist

strijdend tegen je evenbeeld

een lichaam dat zichzelf verhuist



je walgt van mij

kijkt met verafschuwde blik

ik ben een onbedoelde kwelling

die je met elk evenbeeld verder verstikt



ach m’n lief het is zo zinloos

waarom toch zo boos?

je snapt het toch nog steeds niet

dat ik jou altijd boven mij verkoos


...




o


ze wil dood

verdriet te groot

hongersnood

naar een vlucht



wangen vuurrood

beantwoord ze zijn kus, omsloot

verdriet met open armen

verlost van het lood

oude schoenen verbood,

verbannen



tot hij besloot

plotseling

de deur dicht stoot



ze wil weer dood

verdriet te groot

hongersnood

naar een vlucht



...



-


Als ik je aankijk, jouw jij daarbinnen zie

worden twee een



Hand in hand overstijgen we de tijd,

het nu verdwenen



Het zijn niet wij, maar hen die wij nu zijn

Die herkenning, een liefde,

vergankelijk en vereeuwigd



Een milliseconden komen zij samen,

dansen ze een rondje in onze buiken

terwijl wij, in verwarring getuigend,

proberen ook een rondje te dansen



maar ons ritme verschilt

Het brengt ons tot stilstand



Soms voel ik haar, haar verdriet

maar ik beslis voor mij



Ik wil wat zij had, wat zij heeft met hem,

maar ik en jij, is niet goed voor mij

niet goed voor jou



Dus geniet ik, van die milliseconde

dat zij een rondje dansen in onze buiken



maar laat ik hier jouw handen los.